Boterhammen met appelstroop
HELP, IK BEN VERSLAAFD AAN… SNOEPEN
22 weken geleden begon Wim Schaap aan een persoonlijke missie: 10 kilo afvallen binnen een half jaar. Hij woog 94.7 kilo. Wekelijks schrijft hij in Party over zijn lijdensweg. Gewicht nu 87.2 kilo.
Nog vier weken. Een dikke rode cirkel staat rond vrijdag 19 december op de kalender. Er moet nog 2.5 kilo vanaf. Dat lijkt niet zoveel, zes ons per week. ‘Daar hoef je niet eens serieus voor te lijnen’, zei mijn lief hartverwarmend meelevend. Niet serieus lijnen? Da’s makkelijk gezegd voor iemand die al jaren nauwelijks 65 kilo weegt en daar bijna niets voor hoeft te doen. Ze moest eens weten hoe moeilijk het voor mij is. Maar het is goed bedoeld, want eigenlijk vindt ze dat het nu wel genoeg is. 25 jaar geleden woog ik voor het laatst onder de 90 kilo. Ze is best trots op me dat ik het zo lang heb volgehouden. En met succes, 7.5 kilo eraf, een volle maat minder. Maar ik ga het redden; met hulp natuurlijk.
Er wordt de komende week thuis alleen nog maar mager en gezond gekookt. Dat is me beloofd. Veel salades, groenten en even geen koekjes bij de koffie. Niet echt een vooruitzicht om vrolijk van te worden. Maar met dit dieetregime zou er zeker in een week een kilo afgaan. Het is precies vier dagen goed gegaan. Op de vijfde dag werden de verleidingen te groot. ’s Morgens nog ontbeten met twee appels, maar onderweg ging het al fout. Bij mijn benzinestation staat altijd heel uitnodigend een bakje drop bij de kassa. Afrekenen en een dropje. Niets aan de hand. Nu kon ik me echter niet beheersen en graaide een handje zoete drop mee. De vrouw bij de kassa lachte, ik ook en gaf een euro fooi. Alsof ik mijn slechte geweten afkocht. De dropjes smaakten trouwens heerlijk. Op het werk hingen slingers en ballonnen. Collega M. was jarig. Slagroomgebak en voor de lunch een echt feestje. McDonalds zit bij ons om de hoek; hij nodigde iedereen uit voor een snelle lekkere lunch. Ik ging mee, in eerste instantie voor de gezelligheid, want zo vaak gaan we niet met z’n allen uit eten. Het werd een ramp. Ik ging compleet ongegeneerd voor de bijl. Een grote friet met saus, een grote milkshake vanille en een grote ijs toe…
Ik had de lunch amper op of de hoofdpijn kwam met een bonkende hamer aanzetten. Het kwam die middag niet meer goed. Ik belde naar huis met een klein stemmetje. Nee, ik hoefde geen eten… Vijf uur ziek in bed en pas tegen tien uur ’s avonds ging het wat beter. ‘Iets verkeerds gegeten?’ , vroeg ze bezorgd. Antwoord was niet nodig. Op tafel stond een bord met drie volkoren boterhammen met appelstroop. ‘Eet maar, gezond.’ Een kilo haalde ik niet deze week. Het werd vier ons en dat viel mij eigenlijk nog mee.
Wim Schaap