Epke Zonderland: half topturner & half dokter
Het is vrijwel onmogelijk om de beste turner ter wereld te worden, een zware studie Geneeskunde af te ronden en precies voldoende kolen op het liefdesvuur te blijven gooien. Epke Zonderland speelde het allemaal klaar.
Armen als ijzerbuizen, spieren als staalkabels en een lijf als een bulldozer. De slechts 1.73m korte Epke Zonderland (26) heeft zich groots gedragen op de Olympische Spelen in Londen. Als eerste Nederlandse turner in de geschiedenis pakte hij een gouden plak op de rekstok. Geen enkele andere turner ter wereld durft twee vluchtelementen achter elkaar te turnen, Epke turnde er drie. Grandioos, geweldig, fenomenaal.
Het sierlijke sporten zit bij Epke in de genen. Zijn opa was veehouder, maar kon veel meer met zijn handen dan alleen koeien melken. Legendarisch is het verhaal dat opa Zonderland op zijn handen kon lopen over de bovenste rij dakpannen van de boerderij. Dat vleugje acrobatiek is doorgesijpeld in het bloed van de Zonderlandjes, want ook zus Geeske en broers Herre en Johan kunnen goed turnen. In de achtertuin van de bekende sportfamilie uit Lemmer stonden turntoestellen, dat wist iedereen. Buurtwedstrijdjes hielden de sfeer erin. Epke ontgroeide het niveau van de buurt, de provincie en ons land. In 2009 vertrok hij naar Amerika om te gaan studeren en trainen aan de universiteit van Pennsylvania. De reden? Friesland en Nederland waren voor hem te klein geworden om door te groeien. “Turnen is hier geen grote sport, het is een klein land en de top is smal”, vertelde hij toen. Het buitenlandse doorgroeien is goed voor hem geweest. Epke werd een nóg grotere meneer in turnland en maakte later zijn studie geneeskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen af. Wat wil hij eigenlijk worden als het topturnen stopt? Epke: “Ik wil graag chirurg worden zodat ik actief en direct iets concreets kan betekenen voor een patiënt. De kans dat ik arts word is vrij groot; of het me lukt om chirurg te worden, hangt af van alle toelatingen die ik zal moeten doorstaan.”
Epke is nog altijd de topturner van weleer, ook al bracht hij de eerste coronaperiode zonder wedstrijden wekelijks twee halve papadagen door met zoontje Bert Eize en werkt hij als basisarts een middag in de week bij Sportgeneeskunde Friesland. De sympathieke Fries wil graag nog één keer knallen op een grote turnwedstrijd. In Trouw vertelde hij: “Ik wil in 2021 hoe dan ook nog een groot titeltoernooi turnen om mezelf een mooi afscheid te gunnen. Ergens lijkt het me eng om straks geen topsporter meer te zijn. Vanaf mijn zesde train ik hier in Heerenveen, dat is al bijna dertig jaar mijn leven. Het kan niet anders dan dat ik het turnen heel erg ga missen.”
Na de WK in Kopenhagen, in december 2021, behoort zijn loopbaan hoe dan ook tot de voltooid verleden tijd. Hij zal dan meer tijd hebben om zich te bewaken tot chirurg. Ook zijn vrouw Linda en hun zoontje Bert Eize (2) zullen nóg meer aandacht van de sterke turnpappa krijgen!